Verloop van de bevalling

Verloop van de bevalling

In de eerste uren van de bevalling verkort en verweekt de baarmoederhals. Daarom kan de ontsluiting dan nog niet zo snel vorderen. Als de weeën frequenter en sterker worden, gaat de baarmoedermond open en begint de ontsluiting. De ontsluiting vordert met gemiddeld
1 centimeter per uur.

Van ontsluitingsweeën naar persweeën

Na verloop van tijd gaan de ontsluitingsweeën over in persweeën. Je kunt dit ervaren als meer druk op de anus. Persweeën kun je meestal niet meer weg zuchten. De verloskundige beoordeelt of er sprake is van volledige ontsluiting (10 centimeter) en of je kunt starten met persen. Bij een eerste bevalling kan het persen zeker een uur duren. Het baringskanaal moet helemaal oprekken en dit gaat meestal heel geleidelijk.

Na de geboorte

Na de geboorte krijg je, als alles goed gaat, de baby op je borst. Jouw warmte en geur zorgen voor de eerste moeder-kind-binding. Ook (eventuele) borstvoeding wordt hierdoor bevordert. Dit is ook het moment dat de navelstreng wordt doorgeknipt door bijvoorbeeld jouw partner of jezelf. Nageboorteweeën zorgen ervoor dat de placenta van de baarmoeder los komt. Je krijgt een injectie in je been om dit te bevorderen. Het is de bedoeling dat de placenta binnen het uur na de geboorte van de baby loskomt. Als laatste controleert de verloskundige of je hechtingen nodig hebt.

Jullie eerste moment samen

Hierna is een moment van jullie samen: foto’s maken, beschuit met muisjes eten en genieten. Na ongeveer een uur kijkt de verloskundige de baby na en helpt zij je samen met de kraamverzorgende of verpleegkundige op te frissen. Vervolgens kun je op elk gewenst tijdstip bezoek ontvangen. Als alles goed gaat en je hebt geplast, mag je weer naar huis. De kraamverzorgende wacht je thuis op.