Stuitliggingspreekuur

Bij de achtste zwangerschapsmaand liggen de meeste kinderen met het hoofd naar beneden; in hoofdligging. Ongeveer 3-4% van de kinderen ligt rond deze termijn in stuitligging, dus met de billen naar beneden. Ligt je kind in een stuitligging, dan zijn er twee mogelijkheden. Afwachten tot het kind spontaan draait naar hoofdligging of het kind draaien (uitwendige versie).

Stuitligging en uitwendige versie

Tijdens het stuitliggingspreekuur geven we informatie over de uitwendige versie, omdat de kans op spontaan draaien van het kind kleiner word naarmate de zwangerschap vordert. Uitwendige versie is het draaien van het kind met de handen aan de buitenkant van de buik, van stuitligging naar hoofdligging. Dit is een relatief veilige handeling met een landelijk succespercentage van 40%.
Na een echo en een CTG-controle (registratie hartritme van de baby) voert één van onze verloskundigen of gynaecologen deze handeling uit. Blijft je kind in stuitligging liggen of draait het weer terug naar stuitligging, kunnen we opnieuw proberen je kind te draaien. Blijft het kind in stuitligging, dan vindt de bevalling in het ziekenhuis plaats. Een keizersnede behoort dan ook tot de opties.